Geert Lovink on Fri, 9 Mar 2007 16:31:54 +0100 (CET)
|
[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]
[Nettime-nl] Arne Schoenvuur: Bloggen als toppunt van vruchtbaar nihilisme
|
http://arneschoenvuur.blogspot.com/2007/01/bloggen-is-een-volmaakte-
vorm-van.html
http://www.eurozine.com/articles/2007-01-02-lovink-en.html
Bloggen als toppunt van vruchtbaar nihilisme\
Door Arne Schoenvuur
Bloggen is een volmaakte vorm van nihilisme, zo kun je het essay
"Blogging The Nihilist Impulse" van de Nederlandse internetactivist en
mediatheoreticus Geert Lovink misschien nog het beste samenvatten. Maar
vergis je niet, Lovink is geen cultuurpessimist ook al omschrijft hij
de doorsnee-blogger als een typische, hedendaagse cynist. Hoe dat kan?
Als de spiegel explodeert
Lovinks essay begint allemaal nogal onheilspellend. De explosie van
weblogs, de toenemende massa 'confessors' en de bijbehorende
overweldigende massa redundante informatie, je wordt er als internaut
niet bepaald vrolijk van. Zolang je kunt geloven dat je in een soort
tweedimensionele spiegel kijkt wanneer je in je spiegel kijkt, gaat
alles goed. Maar o wee wanneer je beseft welk uitgestrekt
informatieuniversum er achter die spiegel ligt en hoe verloren en
afhankelijk je bent wanneer je je weg wilt banen in de blogosphere.
Google mag dan een leuke en betrouwbare gids lijken, maar het is wel de
zoekmachine bepaalt voor jou wat interessant is en wat niet. Maar is
die keuze wel zo objectief en ontvoogdend als de technologie laat
uitschijnen?
Help, ik verdrink? Het internet door de bril van een doemdenker, Lovink
weet wat het is. De bovenstaande situaties die Lovink beschrijft in de
inleiding van "Blogging, The Nihilist Impulse" zijn zo herkenbaar dat
je als lezer al snel harder zit te knikken dan zo'n dashbordhondje met
een losgeslagen nek.
Van Robin Hood naar net cynicism
Dat gevoel van onbehagen en die enorme informatiechaois zijn volgens
Lovink het gevolg van internetcynisme. Interwat? Jawel,
internetcynisme. Op het einde van de vorige eeuw had internet zowat de
status van Robin Hood. Het nieuwe medium zou het motto "power to the
people" voor het eerst echt kunnen realiseren. Dankzij internet zou de
massa onafhankelijk worden van de mainstream media.
Internet beloofde onze levens grondig te veranderen. Bestaande sociale
systemen zouden overhoop gegooid worden en het leven zou een stuk
gemakkelijker worden dankzij de onbeperkte mogelijkheden, de
toegankelijkheid en de enorme vrijheid van het wereldwijde web.
Maar nog voor het einde van de twintigste eeuw bleken de mogelijkheden
lang niet zo onbeperkt als eerst gedacht. Tussen droom en daad zaten en
zitten nog steeds hard- en softwareproblemen, een gebrek aan kennis en
structuur en een tekort aan bescherming en opleiding in de weg.
Door de opkomst van blogs en de democratisering van het internet zijn
we misschien onafhankelijker geworden van de mainstream-media, maar het
valt op dat het gros van de internetgebruikers opnieuw afhankelijk is
geworden van andere tussenpersonen of mediatoren. Ik heb het dan over
moguls als Microsoft en Google die het ons door hun software
gemakkelijk maken om het internet te gebruiken. Zelf probeer ik af en
toe wat te programmeren en ik vind het zowel intrigerend als griezelig
om te zien hoe sommige geeks manipuleren wat ik te zien krijg. Ze maken
mijn leven een eenvoudiger, maar ze doen het in een taal die ik
nauwelijks begrijp.
Bovendien gebruiken we datzelfe ontvoogdende internet veelal om de
internetarm van de providers van klassieke mainstream-media te
raadplegen. Nieuws? Eerst surfen naar de sites van de nieuws-zenders,
de kranten, gekende tijdschriften. En als er tijd is ook eens iets uit
het buitenland lezen. Nieuw? Nou ja, 't hangt er maar van af hoe je het
bekijkt.
Het internet heeft zijn beloftes dus niet helemaal kunnen waarmaken en
isdaar volgens Lovink voor afgestraft. Het resultaat is je reinste "net
cynicism":
"Net cynicism no longer believes in cyberculture as an identity
provider with related entrepreneurial hallucinations. It is constituted
by cold enlightenment as a post-political condition and by confession
described by Michel Foucault. People are taught that their liberation
requires them to "tell the truth", to confess it to someone (a priest,
psychoanalyst, or weblog), and this truth telling will somehow set them
free."
Hoe valt dat cynisme te rijmen met het hele web 2.0-gebeuren, het idee
dat de inhoud van het internet geleverd wordt door de gebruikers, door
u en ik dus. Wij worden de voornaamste spelers. Vandaar dat Time
Magazine in deze golf van user-generated content sites "YOU"
uitgeroepen heeft tot Mens van het Jaar. Want wij zijn het die volgens
Time betekenis geven aan dat grote onpersoonlijke web. Wij geven het
een doel, een reden van bestaan, zo lijkt het. "Dat is toch mooi?",
hoor ik u denken. "Waar zeurt Lovink dan over?"
Een cynist is een bet(er)weter
Lovink zeurt niet. Waarom? Omdat hij cynisme niet beschouwt als iets
negatiefs. Voor zijn interpretatie van het cynisme baseert Lovink zich
op de geschriften van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk. Een cynicus
is - kort samengevat - iemand die beseft dat alles wat we hier hebben
en claimen gebaseerd is op een constructie die relatief is. Alles wat
we zien, is altijd gekleurd en daar kunnen we niet onderuit. De cynicus
is zich daar pijnlijk goed van bewust. Lovink spreekt bij monde van
Sloterdijk over "enlightened with false consciousness". De cynicus
beseft waar hij mee bezig is, maar weet evengoed dat het hem aan de
middelen ontbreekt om zich daar tegen te verzetten. Die realiteit is
onontkoombaar en dwingt hem om verder te prutsen met wat hij ter
beschikking heeft. Objectiviteit is een fictie, en we zullen nooit
helemaal kunnen ontsnappen aan onze eigen fictie.
Alles van waarde
Het postmodernisme heeft aan het einde van de vorige eeuw de absolute
waarheid definitief failliet verklaard. Waarheden relatief geworden, ze
gelden in een bepaalde context. Die uitgangspositie schept een enorme
vrijheid die voor veel mensen gepaard gaat met een gigantische
angstreflex. Voor hen is die absolute vrijheid hetzelfde als het
vogelvrij verklaren van de waarheid en dus ook wetteloosheid. Iets
theoretischer geformuleerd: als alles een constructie is, dan heb je
geen argumenten meer om een waarheid te staven of te verwerpen, meer
nog, je hebt geen waarheid meer. Dat zet metteen de deur open voor een
eindeloze devaluatie van betekenis. Betekenis wordt waardeloos net
omdat het iets is wat gestoeld is op referenties, verwijzingen, op een
wederzijds herkenbaar verschil. Betekenis ontstaat namelijk in een
kader, bestaat enkel bij gratie van afspraken, of - bij gratie van iets
wat je jezelf wijsmaakt. Alles van waarde is weerloos? Daar zeg je wat.
Speel, en je zal gezond worden
Maar we moeten niet wanhopen, aldus Lovink.
"Italian theorist Paulo Virno provides clues to how we could use the
term cynicism in a non-derogative manner. Virno sees cynicism as
connected to the 'chronic instability of forms of life and linguistic
games'. At the base of contemporary cynicism Virno sees the fact that
men and women first experience rules, far more often than "facts", and
far earlier than they experience concrete events. Virno: 'But to
experience rules directly means also to recognize their conventionality
and groundlessness. Thus, one is no longer immersed in a predefined
"game", participating therein with true allegiance. Instead, one
catches a glimpse of oneself in individual 'games' which are destitute
of all seriousness and obviousness, having become nothing more than a
place for immediate self-affirmation – a self-affirmation which is all
the more brutal and arrogant, in short, cynical, the more it draws
upon, without illusions but with perfect momentary allegiance, those
same rules which characterize conventionality and mutability.'"
We beseffen dat we deel uitmaken van een constructie die ons bepaalde
regels oplegt. Daar staan we bij stil, we begrijpen dat de waarde en de
overlevering van die regels gegroeid zijn uit en gebaseerd zijn op
conventie. Van natuurlijke regels kan dus geen sprake zijn.
Het is een beetje als met nieuwjaar vieren. Eens je beseft dat het
louter een afspraak is van een groep mensen om net op dat ogenblik een
nieuw jaar te laten beginnen, kun je net zo goed nieuwjaar afschaffen.
Want waarom niet nieuwjaar vieren op 21 maart, bij het begin van de
lente? Niemand die je tegenhoudt. Dat besef werpt je, zoals Virno het
zo mooi verwoordt, brutaal terug op jezelf. En het enige wat je dan nog
kunt doen, is spelen in de allergrootste vrijheid.
Een dialoog met je eigen echo
Hoe zit het dan met de bloggers? Bloggen is een poging om jezelf
gestalte te geven buiten jezelf om. Je wil, in die nieuwe grote vrije
wereld opnieuw een rol van betekenis spelen. Door te bloggen ga je als
het ware een gesprek aan met je echo. Je creëert een narcistische
betekeniswereld waarvan je hoopt dat een ander er zich in herkent en er
zich - al dan niet - in thuis voelt. Mensen scheppen er namelijk
plezier in om zich te nestelen in andere netwerkjes, om al dan niet
peer-netwerken uit te bouwen, losse sociale demografieën die ontstaan
doordat je mensen vindt die met dezelfde dingen bezig zijn als jou,
wiens sites je aanbeveelt aan vrienden door middel van links of andere
speciale peersites als Digg.
Lovink vermeldt in zijn stuk Wikipedia, een project dat uitgaat van de
premisse dat gebruikers wel degelijk in staat zijn om betekenisvolle en
dus ook waardevolle informatie te organiseren in een encyclopedisch
netwerk. Iedereen kan weten en bekwaam selecteren, dus iedereen is een
potentiële medewerker. De ontwerpers gaan er prat op dat het systeem
zelfregulerend is. Gebruikers kunnen artikels van andere gebruikers
ammenderen en de integriteit van een gebruiker bepalen. Gooit iemand te
veel rotzooi op de encyclopedie, dan wordt kan die naar de titel van
expert fluiten.
Niet voor doetjes
Of het systeem ook menslievend is, is te betwijfelen. Iemand die op
wikipedia - of in eender welk ander (peer-)netwerk - voortdurend de
grootste onzin verkoopt, wordt op den duur genadeloos bedolven onder de
eindeloze tsunami van nieuwe informatie die het web overspoeld. Of je
kunt door omstandigheden je site niet regelmatig meer bijhouden.
Referenties verdwijnen, de bezoekersaantallen gaan achteruit, je
google-ranking daalt en in geen tijd ben je een nobody. Alweer. Je
zorgvuldig georganiseerde tekensysteem wordt letterlijk platgewalst en
vermalen onder een geweldige massa van andere tekens.
De blogosphere - en bij uitbreiding het hele internet - is een
universum waar alles kan gepubliceerd kan worden op eender welk moment.
Een groot deel daarvan wordt ook voor lange tijd gearchiveerd. Dat
maakt dat wat je ook schrijft, er wel altijd iemand iets zal gezegd
hebben dat jouw uitspraken zowel contesteert als bevestigt. Autoriteit
claimen, één waarheid voorstellen als als dé waarheid, impliceert net
dat je het onmogelijk acht of maakt voor anderen om een aantal zaken te
zeggen of om ergens een andere betekenis aan toe te kennen. De omvang
van de blogosphere zorgt ervoor dat zoiets nagenoeg uitgesloten is. De
blogosphere is een aanval op de klassieke massamedia en bestaande
waarheids- en betekenisinstituten. Tegelijkertijd zorgen de gebruikers
ervoor dat iedere notie van autoriteit op het net bijzonder relatief
blijft.
"We're operating in a post-deconstruction world in which blogs offer a
never-ending stream of confessions, a cosmos of micro-opinions
attempting to interpret events beyond the well-known twentieth-century
categories. The nihilist impulse emerges as a response to the
increasing levels of complexity within interconnected topics. There is
little to say if all occurrences can be explained through
post-colonialism, class analysis, and gender perspectives. However,
blogging arises against this kind of political analysis, through which
a lot can no longer be said."
Maar zoals ik al schreef zijn we voor het gebruik van het internet
opnieuw afhankelijk geworden van andere autoriteiten. Bloggers zijn dus
nergens goed voor, behalve dan voor de bevestiging van een aan het
desastreuze grenzende vorm van vrijheid. Zij zijn het die onophoudelijk
een niet te overziene berg betekenisafval creëren waar zelfs de meest
optimistische voorvechter van gesorteerde afvalophaling een depressie
aan zou overhouden. Zelfs Alfred Jodokus Kwak begint ervan te huilen.
Bloggers, strandjutters en narren
Bovenstaande beschouwing vertoont gelijkenissen met het beeld van de
mens als strandjutter zoals beschreven door de Nederlandse schrijver
Willem Frederik Hermans. Die beschouwde de mens als iemand die de
vloedlijn afschuimt om lukraak aangespoelde herinneringen en andere
zaken te sprokkelen. Die schikken we dan naar eigen goeddunken en
volgens een volstrekt ridicuul systeem in het museum van ons geheugen.
De ontieglijke complexiteit van al die schijnbaar willekeurige systemen
is voor Hermans onoverkomelijk. Zijn mens was dan ook een nietige
prutser, iemand die telkens moest zien te overleven in een wereld die
meer weg had van een eindeloze maskerade dan van een plek waar
ongekende mogelijkheden in het verschiet lagen. Hermans nam zijn
toevlucht tot een met ironie doorspekte vorm van cynisme. Het was het
enige alternatief om - behalve stompzinnig - niet gek te worden en ten
onder te gaan aan de verwoestend vitalistische kracht van de chaos.
Alsof de wereld ontstaan is uit de bulderlach van een nar.
Een kanker waar je vrolijk van wordt?
Ook bloggen heeft iets decadents. Het fenomeen lijkt op kanker, een
vorm van ongecontroleerde celgroei die het organisme waarin die
celgroei zich voordoet doodt. De kanker is op de keeper beschouwd een
vorm van leven, onbegrensd en wild. Haar desastreuze kracht bevestigt
tegelijkertijd het sublieme evenwicht van ons hele organisme. Vanuit
die redenering zou je kanker op een bijna perverse manier kunnen
toejuichen.
Vraagt Lovink domweg om het nihilistische fenomeen van de blogosphere
zomaar toe te juichen? Neen. Waar Lovink voor pleit, is dat we het
verschijnsel vanuit cultuurfilosofisch hoek naar waarde schatten, dat
we het integreren in een groter verhaal waarmee we zowel de blogosphere
als het moderne cynisme en nihilisme kunnen duiden. Hebben we dat
eenmaal goed begrepen, dan wordt het gemakkelijker om na te gaan welke
voordelen, welke waarde en welke inzichten we nog kunnen ontdekken in
de weerschijn van het schijnbaar massieve en onontwarbare Niets waar de
blogosphere voor staat.
The Unreasonable Lightness of Being
Concrete antwoorden voor die uitdaging heeft Lovink nog niet, maar hij
laat niet na om aan het einde van zijn stuk een merkwaardige suggestie
te doen:
"Isn't the document that stands out the one that is not embedded in
existing contexts? Doesn't the truthness lie in the unlinkable?"
Met die uitspraak zit Lovink op één lijn met discours van de Franse
filosoof Michel Foucault. In zijn ietwat tendentieuze werk over de
waanzin "Folie et déraison: Historie de la folie à l'âge classique"
heeft Foucault het namelijk over Unreason. Die Unreason is "Reason
dazzled", reason, verblind door onze ervaring, door onze vooroordelen,
onze voor- en veronderstellingen:
"Dazzlement is night in broad daylight, the darkness that rules at the
very heart of what is excessive in light's radiance. Dazzled reason
opens its eyes upon the sun and sees nothing, that is, does not see; in
dazzlement, the recession of objects toward the depths of night has as
an immediate correlative the suppression of vision itself; at the
moment when it sees objects disappear into the secret night of light,
sight sees itself in the moment of its disappearance."
De manier waarop Foucault die Unreason beschrijft, doet denken aan "the
unlinkable" bij Lovink. Unreason - dat wat nog niet beredeneerd werd -
is het voortdurend terugdeinzen. Op het moment dat je het ziet, op het
moment dat je het kunt aanschouwen, is het domein van de rede
uitgebreid, maar is de Unreason alweer verder opgeschoven. Het is een
domein dat ons afschrikt en tegelijkertijd intrigeert. Zo zijn Vlaamse
politici tegenwoordig geobsedeerd door creativiteit. Iets wat zij
vereenzelvigen met de gedachte dat we ruimte moeten creëren voor mensen
die als pioniers een deeltje van de Unreason veroveren. Want zij hebben
de toekomst in pacht. Zij zijn de doorsnee mens een stap voor. "Does
truthness lie in the unlinkable?". Daar lijkt het toch op.
Onredelijke waanzin of genialiteit
Dat Unreason-pioniers een beschermd statuut genieten, is niet
vanzelfsprekend. Foucault beschrijft in zijn boek nauwkeurig hoe mensen
vanaf de Middeleeuwen uit de samenleving werden geweerd als ze
onredelijke dingen uitkraamden. Je werd voor gek versleten, genegeerd,
verbannen, geïnterneerd of in het ergste geval gedood. Maar ondanks
alles blijft die Unreason zich manifesteren. Al is het maar in het
besef van de schertsvertoning die we kennen als de ondraaglijke
lichtheid van ons bestaan.
Wat de Unreason is voor Foucault is het cynisme voor Lovink en Virno.
Onze rede voert haar meest vernuftige kunstjes op en wordt
tegelijkertijd ontmaskerd waar we bijstaan. Hoe moeten we met dit
monster omgaan dat net aan de menselijke rede ontsproten is? Is er een
alternatief voor het cynisme en nihilisme dat de blogosfeer
vertegenwoordigt?
Doe jezelf een lol, blog voor je sterft
Misschien ligt het antwoord in een nieuw soort speels pragmatisme.
Niets verplicht ons om daarbij de rede overboord te gooien. We kunnen
rustig betekenisvolle structuren blijven opbouwen, ze doelbewust
hanteren en bewonen. En waarom ook niet de vernuftige structuur of de
eenvoud van die rede-werelden als waarde gebruiken om een waarheid als
dominant naar voren te schuiven? Waarom niet de retoriek en de logica
blijven hanteren om iets te realiseren? Het kan, zolang er maar ruimte
is voor spielerei, voor absoluut vrijblijvend gefreewheel.
Anders dan bij het cynisme ben je als speels pragmaticus niet
geobsedeerd door de gedachte dat je als mens gedoemd bent om te falen.
Leven is geen last meer, geen sysifus-marteling, geen voortdurende
reïncarnatie van de eeuwige mislukking. Het blijft een eeuwige
mislukking blijft omdat we sterven, maar het de spelende pragmaticus
weet dat het belangrijkste de dingen zijn die we realiseren op weg naar
de voltrekking van die mislukking. Meer nog, het is de weg die we
beschrijven met ons bestaan die het belangrijkste is. En de zin voor
het spelen laat ons toe om het ingesleten karrespoor van de cynische
rede te verlaten en van het pad af te wijken. De nieuwe pragmaticus
houdt zijn blik niet gericht op dat ene eindpunt, maar kijkt
hedonistisch om zich heen, en weet nieuwe zaken te ontdekken en te
waarderen.
Dreigt bij al dat spelen dan niet het gevaar dat we vervallen in een
betekenisloze en waardeloze wereld, zonder cultuur en zonder ethiek?
Dat kan. Wil je die mogelijkheid uitsluiten, dan kom je al snel in een
wereld terecht waar rigide structuren en denkpatronen het hoogste goed
zijn en in onredelijke mate worden verdedigd. Dergelijke regimes hebben
bijna altijd geleid tot een spectaculaire vooruitgang om vervolgens uit
te monden in enorme gruwel. Vandaar dat het belangrijk is om een
speelruimte te vrijwaren. De impact van die ruimte is niet
vrijblijvend. Ze moet kunnen wegen op de bestaande opvattingen en
structuren zonder zelf allesoverheersend te worden. En voorlopig lijkt
het erop dat de blogosphere en het internet deze speelruimte voor de
nieuwe homo ludens al bij al nog goed vrijwaren.
______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).