Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media on Fri, 17 Apr 1998 11:33:18 +0200 (MET DST) |
[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]
nettime-nl: FAQ over het Publiek Domein |
FAQ - FREQUENTLY ASKED QUESTIONS OVER HET PUBLIEK DOMEIN: Discussiestuk voor het publiek onderzoek 'Publiek Domein 2.0' Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media Amsterdam, Vrijdag 17 April 1998. 1 - Wat is het publiek domein? Onderscheidt het publieke domein als sociale en culturele ruimte van de juridische definitie. Het publieke is traditioneel een gemeenschappelijke ruimte van ideeën en herinneringen en van fysieke vormen waarin deze concreet gestalte krijgen. Het monument als fysieke belichaming van een gemeenschappelijk geheugen en geschiedenis is een uitgesproken voorbeeld hiervan. Toegang en betekenisvorming, verering, afschuw en toeëigening van het monument zijn de traditionele vormen waarin de politieke strijd om het gemeenschappelijk geheugen en de geschiedenis worden uitgevochten. -Juridische definitie: onroerende zaken die aan de staat (en aan andere openbare lichamen) toebehoren en voor het algemeen nut bestemd zijn, in tegenstelling tot het eigenlijke domein. (Korte beschrijving uit de "Juridische woordenboek") - Publiek domein: zaken met publieke bestemming (art 5:28 BW). COMMENTAAR: "Wat we nu 'publiek domein' noemen bestaat uit een veelheid van plaatsen en virtuele ruimten waarin mensen wel samenkomen, alleen niet in de eerste plaats om de verschillen te zoeken, maar om overeenstemming te vinden. Overeenstemming met wat je op dat moment wilt dat jouw identiteit uitmaakt. Zo zoeken de verschillen een eigen weg en plaats. Ieder een eigen publiek domein, naar keuze in het verlengde van wat privé is." (Esma Moukthar) Moukthar contrasteert dit met wat volgens haar Hannah Arendt's opvatting van het publiek domein is; "de ruimte die wordt gevormd door de pluraliteit van mensen". [Bron: Esma Mouthar - 'Publiek domein: privé-domein - Arendts oog op pluraliteit en publiek domein in een vergelijking met (post)modern pluralisme', Amsterdam, 1998] 2 - Wat is het publiek domein 2.0? Publiek Domein 2.0 is de toekomstige publieke ruimte in een digitale media-omgeving. Een ruimte die niet wordt gedomineerd door commerciële interesses (de markt) en evenmin door een monopolie van de overheid. Het kenmerk van Publiek Domein 2.0 is dat er naast een openbaar aanbod van informatie vooral ruimte wordt gegeven aan de actieve participatie van de burger. De burger bepaalt mede de vormgeving en inhoud van deze nieuwe publieke ruimte. COMMENTAAR: "Net als in het gewone leven, op straat en in de massamedia bestaat er ook in cyberspace een 'virtuele openbaarheid'. Dit zijn software configuraties die voor iedereen toegankelijk en te gebruiken zijn. Deze publieke fora kunnen bestaan uit plekken voor het uitwisselen van gedachten en informatie, maar het kan ook software zijn, die gratis of tegen een gering bedrag ter beschikking wordt gesteld (de zogenaamde freeware en shareware). Het kenmerk van Publiek Domein 2.0 is dat het noch door de (globale) markt, noch door de (nationale) staat gedomineerd wil worden. In tegenstelling tot de publieke omroepen, die vrijwel overal in handen zijn van staat en regeringspartijen, tracht de virtuele openbaarheid in het internet te ontkomen aan regulering en controle van staatswege. Ook al zijn belangrijke delen van het Net ontwikkeld met staatsgelden, is het nog niet zo dat overheden hier een claim op kunnen leggen. Hetzelfde geldt voor de commercie, die voor alles de markt als een oplossing ziet en alle handelingen tussen mensen in termen van geld ziet. Toch zijn er bepaalde kanalen (nieuwsgroepen, mailinglists) en software zoals besturingssystemen (Linux) die niet eigendom zijn van bedrijven. Publiek Domein 2.0 hoeft in principe weinig tot niets te kosten en is van iedereen en niemand. Het breekt met het schaarstemodel. Cyberspace is oneindig, in tegenstelling tot de staatkundige ruimte, alhoewel de toegang tot genoeg bandbreedte maar voor weinigen is weggelegd. Wat in principe vrij en oneindig is, wordt kunstmatig afgeknepen om het in economische en politieke zin beheersbaar te maken. Dit betekent dat publiek domein, in zijn tweede gedaante, voortdurend in gevaar is en zich dient te verdedigen door in de aanval te gaan. Publiek Domein 2.0 is een geleefde utopie die telkens weer wordt gedacht en vormgegeven, ten onder gaat, afgepakt wordt en elders opduikt." [Bron: Geert Lovink - Definitie van Publiek Domein 2.0 - Amsterdam, april 1998] "New production processes and new media are [indeed] forcing us to re-configure our notions of what might constitute public space and the public domain. But this should not induce us to restrict our focus to the virtual domain. Although I agree that it is 'where the action is' in the sense that everything in our culture is reconfiguring around virtual flows; (flows of information, flows of technology, flows of organizational interaction, flows of images, sounds and symbols). And I realize that these flows are not just one element in the social organization, they are an expression of processes *dominating* our economic, political and social life. But PLACES do not disappear. In the wider cultural and political economy the virtual world is inhabited by a cosmopolitan elite. In fact put crudely elites are cosmopolitan and people are local. The space of power and wealth is projected throughout the world, while people's life experience is rooted in places, in their culture, in their history." [Bron David Garcia - 'Some thoughts on the Public Domain', 8 februari 1998] 3 - Van wie is het publiek domein? Van ons allemaal en van niemand. Het publieke domein van informatie en communicatie dient niet door de overheden of de commerciële ondernemingen te worden gemonopoliseerd. COMMENTAAR: De motie M. de Koning, M van Zuijlen, S van Heemskerk Phillis-Duvekot (maart '97, bij de behandeling Liberalisering Mediawet) over de toegankelijkheid van elektronische informatie en communicatiediensten: "Het vraagstuk van het publiek domein in de informatievoorziening [kan] niet simpelweg worden afgedaan met een verwijzing naar het aanbod van publieke omroepdiensten, maar het onderwerp [strekt] zich tevens uit naar toegankelijkheid van infrastructuren in relatie tot beschikbaarheid van veelsoortige en betaalbare informatiediensten." 4 - Wat is de informatiemaatschappij? Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet eerst worden aangegeven wat een informatie-economie is: 4.1. - Wat is een informatie-economie? Als de informatie sector van een economie dominanter wordt dan de industriële of agrarische/ecologische sector, dan is die economie een informatie-economie geworden. De informatie sector van een economie is die sector wiens produkten primair uit informatie-goederen bestaan (zoals software, muziek, boeken, video, databases, machine-ontwerpen, genetische informatie en andere goederen waarop een auteursrecht of patent rust). 4.2 - Wanneer is er sprake van een informatie-samenleving? Een samenleving waarin communicatie- en informatietechnologie de dominante technologie zijn geworden en waarvan de economie primair een informatie economie is, wordt een informatie-samenleving genoemd. Een andere veel gebruikte benaming hiervoor is de post-industriële samenleving. COMMENTAAR: De Spaanse socioloog Manuel Castells omschrijft de overgang van het industriële naar het post-industriële stadium als volgt: "In the industrial mode of development, the main source of productivity lies in the introduction of new energy sources, and in the ability to decentralize the use of energy throughout the production and circuulation processes. In the new informational mode of development the source of productivity lies in the technology of knowledge generation, information processing, and symbol communication. (...) What is specific to the informational mode of development is the action of knowledge upon knowledge itself as the main source of productivity." [Source: Manuel Castells - 'The Rise of the Network Society - The Information Age Vol.1', Blackwell Publishers, Malden (Mass.), 1996.] 5 - Wat is electronic commerce? Electronic commerce is het toepassen van informatie- en communicatietechnologie op zakelijke handelingen in bredere zin. Business-to-business (bijvoorbeeld transacties, produktinformatie, marketing), business-to-consumer (bijvoorbeeld produktinformatie, publikaties, transacties, after-sales, service, levering) en business-to-administration (electronische toelevering van gegevens voor de uitvoering van wet- en regelgeving). 5.1 - Neemt electronic commerce het internet over? In de beleidsdiscussie over de vormgeving van internet wordt voornamelijk gesproken over de internet-gebruiker als consument. De participerende rol van de internet-gebruiker en de mogelijkheden die het internet daarvoor biedt worden gereduceerd tot het stimuleren van consumptie via het internet uit 'efficiency' en 'concurrentie' overwegingen. Het internet wordt gezien als louter marktplaats in plaats van een publieke ruimte met onder andere een marktplaats-functie. Het idee van de overheid is dat het stimuleren van het internet als marktplaats zal resulteren in nieuwe arbeidsplaatsen. 6 - Wat is convergentie? Het samenvloeien van de telecommunicatie-industrie en de media-industrie wordt convergentie genoemd. Dit is een rechtstreeks gevolg van de digitalisering van de verschillende media- en informatiekanalen en de opheffing van de wettelijke belemmeringen voor het aanbieden van tweeweg communicatiediensten in het kader van liberalisering van de telecommunicatiewetgeving op Europees niveau. COMMENTAAR: "De digitalisering van vrijwel alle media- en informatiekanalen leidt tot convergerende bewegingen in het medialandschap. Deze worden vooral zichtbaar door de horizontale en verticale integratie die momenteel plaats vindt in de media- en telecommunicatie-industrie. Dit is ondermeer een gevolg van de grotere benodigde investeringen, die door kleine marktpartijen individueel niet langer kunnen worden opgebracht. De horizontale integratie uit zich in het grote aantal fusies en overnames van telecommunicatiegiganten onderling en de recente fusies van telecommunicatiebedrijven en kabel exploitanten. Hier dreigt het gevaar van monopolisering, terwijl de liberalisering van Europese regelgeving op telecommunicatie gebied die juist diende te voorkomen. De verticale integratie is echter veel problematischer. Beheermaatschappijen van infrastructuur en media-produktiebedrijven (film en televisie-producenten, dagbladen en tijdschriften) fuseren eveneens. Opmerkelijk genoeg nemen ook de producenten van hardware en software uit de computerindustrie grote belangen in deze media-produktiebedrijven. Hierdoor ontstaat een vermenging van rollen in de bepaling van de inhoud van het media-aanbod. Het gevaar dreigt van een volledige verticale integratie bij de produktie, distributie en bepaling van de inhoud (redacties) van dit aanbod in de handen van enkele internationaal opererende media-conglomeraten." [Bron: Publiek Domein 2.0 - De toekomst van het publieke domein in de media - Discussiestuk voor een publiek onderzoek door De Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media Amsterdam, 3 maart 1998] 7 - Wat is marktwerking? "...een open en op concurrentie gebaseerde omgeving voor de ontwikkeling van nieuwe markten [is] de beste omgeving. (..) Een geliberaliseerde markt (..) zal mede voor inkomsten zorgen die onmisbaar zijn voor de ondersteuning van de enorme particuliere investeringen welke nodig zijn (..) Aldus kunnen regeringen worden bevrijd van zware politieke en economische verplichtingen en ontstaan nieuwe inkomsten die kunnen worden gebruikt voor investeringen op het gebied van gezondheid, onderwijs en cultuur". [Bron: 'Groenboek inzake de liberalisering van de infrastructuur' van de Europese Commissie uit 1995] COMMENTAAR: De data infrastructuur is inmiddels volkomen geprivatiseerd. Burgers en bedrijven betrekken hun informatie- en communicatievoorzieningen van reguliere commerciële aanbieders, het grootste deel van deze aansluitingen verloopt via NLnet. Universiteiten en Hogescholen in Nederland betrekken deze van SURFnet BV. In de Verenigde Staten privatiseerde de National Science Foundation de backbone structuur van het Internet in april 1995. Het fusie en overname beleid van grote telecommunicatie conglomeraten werkt in de praktijk deze open en concurerende markten echter juist tegen. Met name het Amerikaanse bedrijf WorldCom heeft een agressief overname, fusie en expansie-beleid laten zien. Enkele voorbeelden hiervan: - Op 3 september 1997 kondigde WorldCom aan dat haar dochteronderneming UUNET, de grootste Internet Service Provider (ISP) van de wereld, NLnet had opgekocht (100% van het aandelenkapitaal). NLnet was de eerste commerciële Internet Service Provider in Nederland. Sinds 1982 heeft NLnet het grootste deel van het Nederlandse Internet opgebouwd. - Op 10 november 1997 kondigden MCI en WorldCom gezamenlijk een fusie-overeenkomst aan, waarmee het nieuwe bedrijf MCI WorldCom de tweede aanbieder van telecommunicatiediensten in de VS zou worden en tevens de grootste aanbieder van intercontinentale datacommunicatiefaciliteiten. Met deze fusie overeenkomst is een bedrag van 37.000.000.000 US$ gemoeid. De fusie-overeenkomst wordt momenteel bestudeerd door de Europese Commissie op eventuele strijdigheid met het verbod op monopolisering van de intercontinentale markt voor datacommunicatie. MCI en WorldCom hebben laten weten alle vertrouwen te hebben dat de fusieplannen volgens plan halverwege 1998 kunnen worden afgerond. - Op 9 maart 1998 kondigden MCI, WorldCom en Telefónica aan dat zij een strategische alliantie zouden vormen om zakelijke posities in de telecommunicatiemarkten van Europa en Noord, Midden en Zuid-Amerika te verstevigen. Telefónica is de grootste aanbieder van telecomunicatiediensten in de Spaanssprekende wereld. - In 1995 zijn MCI en de National Science Foundation (NSF) voor de Verenigde Staten een samenwerking aangegaan om de 'very high performance Backbone Network Service' te creëren, beter bekend als het Internet2, een hoge capaciteits datanetwerk voor wetenschappelijke en oderzoekscentra. [Bron: WorldCom's Press Resource Center: http://www.wcom.com/press.html] 8 - Wie gaat betalen voor het publieke domein? Zoals de telecommunicatie-infrastructuur momenteel is gereguleerd, betaalt de gebruiker zelf voor de diensten die zij of hij gebruikt. Met andere woorden, het is de consument die betaalt. Voor wat betreft het publieke media-aanbod is het nu gebruikelijk dat alle eigenaren van een radio- of televisie-apparaat individueel bijdragen aan de financiering van het publieke bestel, middels de omroepbijdrage. Commerciële omroepdiensten worden op dit moment gefinancierd via reclamegelden. Als het publieke domein in het digitale media- en communicatie stelsel als een gemeenschapsdienst wordt gezien moet hiervoor een alternatieve financiering worden ontwikkeld. Dit betekent concreet een aanpassing van de bestedingen voor het publieke mediabestel, of de invoering van een infotax op het commerciële gebruik van de communicatienetwerken om deze gemeenschapsdiensten te kunnen financieren. 9 - Bestaat het publiek domein nog? Zoals in de urbane publieke ruimte wordt ook het publieke domein in de media bedreigd door privatisering en toegenomen surveillance. Deze bedreigingen zijn nu voornamelijk van toepassing op het internet. Terwijl de expansie van commerciële communicatie in de massamedia wettelijk wordt beperkt, wordt dit vrijgelaten of gestimuleerd op het internet. In Nederland wordt het publieke domein niet meer genoemd in beleidsdocumenten zoals 'Boven NAP', de herijking van het 'Nationaal Actieprogramma Elektronische Snelwegen (NAP)'. De "bijzondere verantwoordelijkheid" van de overheid voor het publiek domein werd nog wel zo genoemd in het 'Nationale Actieplan Elektronische Snelwegen - Van Metafoor naar Actie' (NAP) uit 1994. COMMENTAAR: In het 'Nationale Actieplan Elektronische Snelwegen - Van Metafoor naar Actie' (NAP) dat eind 1994 verscheen valt in de inleiding het volgende te lezen over het publieke domein: "Naast de marktsector bestaat er immers een publiek domein, waarvoor de overheid een bijzondere verantwoordelijkheid heeft. Het bestaan en de omvang van het publieke domein komen voort uit de grondrechten van de burgers. Drie aspecten zijn daarbij van belang: * Het recht op vrijheid van informatie en communicatie * het recht op bescherming van de persoonlijk levenssfeer; * het recht op ordelijke regels (door de overheid op te stellen) voor het maatschappelijk en commercieel verkeer. Artikel 22 van de Grondwet stelt: "[De overheid] schept voorwaarden voor maatschappelijke en culturele ontplooiing en voor vrijetijdsbesteding." Deze opdracht verlangt van de overheid dat de mogelijkheden voor de inrichting van de elektronische snelwegen mede in dit voorwaardenscheppende publieke kader worden gezien." 10 - Waarom is het recht op communicatie noodzakelijk? Het recht op communicatie is een fundamenteel mensenrecht, noodzakelijk voor de bescherming van de andere burgerlijke, politieke, sociale en culturele rechten. Het recht op communicatie betekent: de vrijheid van meningsuiting, het recht op de toegang tot informatie, het recht op de bescherming van vertrouwelijke communicatie, het recht op privacy, de bescherming van de culturele identiteit (onder meer taalrechten), een onafhankelijke informatievoorziening, de bescherming tegen discriminerende uitingen of voorstellingen, de bescherming tegen bedrog en het recht op deelname aan de openbare communicatie. COMMENTAAR: In het People's Communication Charter (PCC) zijn deze rechten geformuleerd door individuen en organisaties die zich zorgen maken over de kwaliteit van de communicatie in alle media. Het handvest bevat vijf centrale thema's: - Communicatie en rechten van de mens; bij alle vormen van communicatie en informatievoorziening behoort het respect voor de rechten van de mens centraal te staan. - Publiek Domein; de essentiële hulpbronnen voor communicatie en informatievoorziening (zoals frequenties voor telecommunicatie) zijn 'gemeenschappelijk erfgoed' (publiek domein) en behoren niet ten behoeve van commerciële belangen te worden geëxploiteerd. - Eigendom; communicatie en informatie diensten behoren niet door overheden of commerciële ondernemingen te worden gemonopoliseerd. - Autonomie; individuen en groepen hebben een fundamenteel recht op de bescherming van hun culturele identiteit en op de ontwikkeling van hun communicatieve vaardigheden - Verantwoording; degenen die communicatie- en informatiediensten aanbieden moeten bereid zijn openbare rekenschap af te leggen voor de kwaliteit van hun prestaties. 11 - Heeft het publieke bestel nog toekomst? De publieke omroep vervult vooralsnog een belangrijke taak waar het gaat om de betrouwbaarheid van het informatie-aanbod, de professionaliteit van de vormgeving daarvan en de professionele verantwoordelijkheid waar zij als informatieleverancier op aan te spreken is. Waar het gaat om het bevorderen van de actieve participatie van burgers in de nieuwe digitale media-omgevingen en de vele nieuwe distributievormen die hieruit voortkomen, biedt het huidige model van de publieke omroep niet voldoende aanknopingspunten, omdat dit te eenzijdig op het aanbieden van informatie is gericht. COMMENTAAR: "De belangrijkste taken voor de publieke omroep kunnen als volgt worden samengevat: - het via open radio en televisiekanalen verstrekken van betrouwbare en volledige informatie; - het ondersteunen van de communicatie gericht op het ontstaan van een evenwichtig beeld van en voor de pluriforme samenleving; - het verzorgen van programma's van educatieve aard en van programma's die participatie bevorderen; - het (helpen) vernieuwen van omroep door nieuwe programmavormen te ontwikkelen en nieuwe distributievormen te gebruiken die de doelstelling ondersteunen; - passend binnen de opdracht zorgen voor een aantrekkelijke totaalprogrammering waarbinnen de specifieke elementen een natuurlijke plaatsvinden." [Bron: 'Terug naar het Publiek - 5.3.3. Profiel van een publieke omroep', rapport van de Commissie Publieke Omroep (Commissie Ververs), Den Haag, 26 juni 1996] "Met name de interactiviteit en meer in het algemeen het massale tweewegverkeer op de snelweg verlangen een herijking en verruiming van de politieke aandacht voor het informatiebeleid en nieuwe rechten en plichten in het elektronische informatieverkeer. (..) Met nadruk stelt het kabinet, dat dit publieke en politieke debat een veel ruimer vraagstuk omvat dan louter de toekomstige inrichting van de publieke omroep." [Bron: 'Nationale Actieplan Elektronische Snelwegen - Van Metafoor naar Actie' (NAP), Ministerie van Economische Zaken, Den Haag, 1994] 12 - Hoe kan het publiek domein 2.0 vormgegeven worden? Naast de bestaande kanalen voor het publieke media-aanbod moeten nieuwe vormen worden gestimuleerd; vormen in het bijzonder die gericht zijn op een actieve participatie van de burger in de nieuwe digitale informatie- en communicatie omgevingen. Interactieve media als het internet hebben juist als karakteristiek dat zij niet slechts op passieve consumptie van een media-aanbod zijn gericht, maar dat zij participerende media zijn. Een participerend medium betekent dat gebruikers zelf aanbieder worden, al of niet gezamenlijk met andere gebruikers, diensten kunnen ontwikkelen. Dat valt soms economisch uit te baten, maar in veel gevallen gaat het juist om de maatschappelijke en culturele ontplooiing van burgers. COMMENTAAR: "Het lastige van het publieke domein is dat het geen heldere aanspreekpartner is voor de overheid. Als we het over burgers en de 'civiele samenleving' hebben, praten we over duizenden verschillende soorten groepen. Van Steunpunt Wonen tot anderstalige radiogroepen, van patiëntenverenigingen tot leesclubs, van rapbandjes uit de multiculturele wijken tot tuinierende homo's. Om al deze diverse soorten activiteiten te ondersteunen kan het model van de Community Media Centre (naar voorbeelden uit VS en Finland) misschien uitkomst bieden. Deze Community Media Centers (CMC) zijn uitgerust met produktiemiddelen (computers, camera's, scanners etcetera), multimedia software en mensen die kennis overdragen en trainingen geven. Deze CMC's, die bij bibliotheken, buurthuizen, ziekenhuizen, culturele instellingen, verenigingen etc. ondergebracht kunnen worden, kunnen ook trainingen geven aan werkzoekenden en werknemers in de non-profit sector voor eenvoudige inter- en intranet werkzaamheden. Binnen veel instellingen is daar een grote behoefte aan. Met name de uitwisseling van kennis en software tussen dergelijke centrums kan een grote stimulans geven aan de ontwikkelingen. (...) Er zijn fondsen nodig om de initiatieven van burgers en instellingen initieel te ondersteunen. In Amsterdam bestaat het Fonds Gemeenschapsdiensten waar organisaties zich toe wenden met verzoeken tussen de 20.000 en 200.000 gulden. Er is slechts 400.000 gulden op jaarbasis beschikbaar, maar het bestaan van het fonds heeft een paar goede initiatieven op gang gekregen. (...) Omdat de nieuwe infrastructuur grote mogelijkheden biedt voor de verspreiding van cultuurgoederen, kan de culturele sector niet buiten beschouwing blijven. Dat de culturele instellingen zich mogen aansluiten op EduNet is niet voldoende. Voor hoogwaardige digitale productie en (publieks)ontsluiting zijn andere produktiemiddelen, infrastructuur en menskracht nodig als binnen scholen. Het Research en Development dat door de culturele sector wordt gedaan in het digitale domein heeft in het buitenland groot aanzien, maar kan binnen de overheid niet op een stimuleringsbeleid rekenen." [Bron: Marleen Stikker: 'Het publiek domein en het nationale actieprogramma elektronische snelwegen' - Boven NAP - discussiebijeenkomst in MediaPlaza, Utrecht, 14 april 1998] ----------- Internet Resources: * De browsersite van De Waag - Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media: http://www.waag.org/browssite/ * People's Communication Charter on-line: http://www.waag.org/pcc * Ministerie OCW - Publieke Omroep: http://www.minocw.nl/belpubom.htm * 'Boven NAP' - debat over het Nationaal Actieplan Elektronische Snelweg 2.0: http://www.isoc.nl/nap/ * Electronic Commerce Platform Nederland: http://www.ecp.nl * ITU - International Telecommunications Union http://www.itu.int * WorldCom's Press Resource Center: http://www.wcom.com/press.html * Cook Report (maandelijkse nieuwsbrief over beleids en technologie kwesties rond Internet infrastructuur): http://cookreport.com/ * Informatie over Internet 2: http://www.internet2.edu -- * Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet toegestaan zonder * toestemming. <nettime-nl> is een gesloten en gemodereerde mailinglist * over net-kritiek. Meer info: list@dds.nl met 'info nettime-nl' in de * tekst v/d email. Archief: http://www.factory.org/nettime-nl. Contact: * nettime-nl-owner@dds.nl. Int. editie: http://www.desk.nl/~nettime.