Geert Lovink on Mon, 26 Apr 1999 15:54:58 +0200 (CEST)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

nettime-nl: De economie van het idealisme


De economie van het idealisme
Medienarbeit jenseits der Hermeneutik

Geert Lovink

[bewerkte lezing gehouden tijdens de idealisme sample show
de balie, 13 februari 1999]

http://www.sandberg.nl/ideal/index2.html

Opgedragen aan B92, en al hun medewerkers. Hun slogan: "Don't trust
anyone, not even us. But keep the faith!" (http://www.b92.net)

Tot nu toe hebben het idealisme (net.activisme) en economie (cq.
e-commerce) als vijandige blokken tegenover elkaar gestaan. We hoeven hier
het idealisme niet te gaan verdedigen of ophemelen - en ook niet gaan
aantonen dat het idealisme van na de Koude Oorlog niet werkt. Laten we een
onderzoek beginnen dat zich aan gene zijde van de Goede Bedoeling ophoudt.
Gelukkig, er hoeft niets te worden aangehangen, danwel te worden verraden.
Ook geen futurologie. Het gaat niet om modetrends of beursvoorspellingen.
Waar het wel om gaat is de passie, de gedrevenheid, de overtuiging. En
'respect!' - de bewondering, liefde en solidariteit voor anderen, elders,
die ook maar wat zitten te fiedelen met de apparatuur. Ik veronderstel
gemakshalve dat deze mentaliteiten aanwezig zijn. Media zijn geen
vraagstuk meer. Ze zijn er gewoon, omringen en vergezellen ons. Media, een
vriend voor het leven. En als het teveel wordt loop je gewoon even de
kamer uit, of betast de aan/uit knop.

We hoeven ons hier weinig aan te trekken van de generatie uit de jaren
zestig, met al hun hoge verwachtingen en dogmatisme. Zij bezitten niet het
copyright op idealisme. Met dezelfde verbetenheid van voorheen hangen ze
nu de privatisering, commercialisering en de uitverkoop van het hele
publieke domein aan. Hun geloof in de vrije markt economie is net zo
ideologisch als toentertijd het academisch marxisme dat hoor hen werd
verkondigd. Ik denk dat het mogelijk is om een radikaal pragmatisme te
>verbinden met fikse dosis negativisme, balancerend op de grens van
verlicht cynisme en vrolijk nihilisme Het idealisme van vandaag de dag kan
niet anders dan de consensus aanvallen, zonder het doorbreken van taboes
als doel op zich te zien. Idealisme 3000 lacht om het eigen falen. De
spiraal van hoog gespannen verwachtingen (en idealen) die niet waargemaakt
kunnen worden en dan omslaan in teleurstelling, afhaken en sectarische
spinters die achterblijven, kan nu eindelijk worden doorbroken. Eindelijk
doorzien mensen dit mechanisme, en trappen ze niet meer in de val van "the
higher you fly the deeper you fall." De yuppies uit de jaren tachtig
toonden reeds aan dat idealisme geen leeftijdsgebonden ervaring is. De
mallemolen van spektakel en debakel is een special effect van de media
zelf, die steeds snel moeten switchen naar een volgend onderwerp.
Idealisme 2.0 heeft dat door en trekt zich dus ook niets aam van het feit
of wij nu verzwegen worden, ofwel gehypt om vervolgens weer in de ban te
worden gedaan. Mediabewust handelen betekent dat we kunnen inspelen op
deze golfbeweging, zonder er zelf door te worden aangetast. Wij zijn (de)
media, niet de journalisten die er slechts over kunnen berichten.

Het idealisme zal economisch zijn. Wat ik daarmee bedoel is het volgende.
De strijd voor een rechtvaardige wereld mag niet simpelweg worden afgedaan
als liefdadigheid. De trend is nu sterk aanwezig om alle kritiek, en het
daaruit voortkomende protest en verzet, te marginaliseren tot
constructieve bijdrage. Het idealisme wordt daardoor enerzijds
geneutraliseerd als ideologische, c.q. spirituele compensatie. Zonder
idealen zou de wereld verzanden in pure lethargie en hedonisme. Dat is
natuurlijk een valse tegenstelling. Anderzijds wordt het steeds verder in
de hoek geduwd van een schijnbaar onvermijdelijke professionalisering. De
sociale bewegingen van de afgelopen decennia zijn een eigen sector
geworden, die van de NGOs, de non-gouvernementele organisaties. Dit
professioneel, gedelegeerd idealisme, bijgestaan door een leger
vrijwilligers, kopieert steeds duidelijker de werkwijze van het
bedrijfsleven, met dezelfde management-filosofie, kantoor-cultuur,
reclamecampagnes en politieke lobbies. Alle politieke bezigheden worden
aan dit model gerelateerd.

Het moge duidelijk zijn dat ik idealistisch genoeg ben om te zeggen dat de
strijd in de toekomst vast en zeker niet vanuit eentonige hoofdkantoren
wordt gevoerd. Zeker is ook dat het niet de vorm van politieke partijen,
vakbonden, aktiegroepen of zelfs sociale bewegingen aanneemt. Vage
contouren worden zichtbaar: de organisatievorm is die van het netwerk De
sector van design en nieuwe media neemt een byzondere plaats in. Deze
avantgarde heeft de byzondere verantwoordelijkheid op zich genomen, de
communicatie-omgevingen voor toekomst (mede) te bepalen. We zien alleen
dat deze sector, qua economisch bewustzijn, hard op weg is richting
(begin) 19de eeuw. Terwijl er heel wat afgepraat wordt over het unieke
nieuwe karakter van deze media, zijn de arbeidsomstandigheden in deze
branche op z'n minst belabberd, laten we zeggen: pre-industrieel. Er wordt
wel eens hoopgevend verwezen naar gilden en ambachten, maar ook dat nivo
van organisatie is nog niet bereikt. Het eigen imago en de dagelijkse
realiteit komen steeds verder van elkaar vandaan te liggen.

Een kleine groep professionals, specialisten en experts verdient geld als
water (en heeft geen tijd het uit te geven), terwijl brede lagen van de
bevolking met McJobs afgescheept worden. Doel hiervan is voornamelijk de
discplinering van de arbeidskracht. Met het afbouwen van de sociale
voorzieningen zijn er tegelijktijd tal van simulatiebanen ontstaan, fake
arbeidsplaatsen (zoals de banenpool en Melkertbanen) die vooral de
mobiliteit en flexibiliteit moeten bevorderen (en niet >zozeer de
produktie). Pauline Terreehorst droomde nog van een boerderijmodel. Lekker
thuis, ver weg van alle zooi, op het platteland achter je beeldscherm.
Maar de realiteit van deze planeet is een heel andere: grootstedelijk,
industrieel, een uitgestrekte matrix van (al dan niet funktionerende)
infrastructuren, waarbij de architektuur van computernetwerken grote
gelijkenis vertoont met die van de snelwegen, electriciteitsnetten en
kapitaalsstromen. Dat is het Internet. Inderdaad een digitale stad. Niet
zozeer als een idealer Gesamtgemeinschaft. Het lijkt juist op een stad
vanwege zijn (trans/non-lokale) verdichting, diversiviteit van functies.
En zijn levendigheid. Het lijkt erop alsof websites dicht tegen elkaar
staan aangeplakt, als huizen, met her en der grote concentraties van data
en hun gebruikers.

De nieuwe media cultuur-industrie is niet langer maagdelijk wit en
onschuldig. Niet langer David, maar nog niet geen Goliath. Reeds enkele
honderden miljoenen Internet gebruikers participeren in een steeds verder
gestandaardiseerde virtualiteit. Zeker met de komst van electronic
commerce en de constante fusies van webbedrijven, neemt de uniformiteit
alleen nog maar verder toe, ten koste van de leuke, kleine, creatieve
bedrijfjes die nog een paar jaar geleden het algemene klimaat bepaalden.
De machtsconcentratie die we bij andere media in de laatste decennia
hebben kunnen waarnemen, grijpt nu ook binnen het Internet razendsnel om
zich heen. Er onstaan op dit moment grote consortia, die diverse
onderdelen bezitten: besturingsssystemen, die search engines opkopen, die
vervolgens browsers integreren, samengaan met portals, etc. Er is
eigenlijk al niet langer sprake van open standaards. Was het vroeger IBM
tegen de rest van de wereld, en nu Microsoft, dan kan het binnenkort AOL
zijn (access/content/browsers), of MCI-Worldcom, die misbruik gaan maken
van hun bandbreedte monopolie. Welkom in de Brave New Economy van Kevin
Kelly.

Nieuwe media zouden, in principe, ook een nieuwe economie met zich mee
moeten brengen (althans, zo wordt beweerd...). Daar ligt, volgens mij, een
strategische optie voor idealisme 2.0. Het zou zich kunnen inzetten "voor
de bevrijding van de arbeid", de prachtige titel van de geschiedenis van
de Nederlandse vakbeweging, geschreven door Ger Harmsen en Bob Reinalda.
In deze titel komen twee doelstellingen bijeen: de afschaffing van werk
als zodanig, en de strijd voor de verbetering van de arbeidsomstandigheden
(in de ruimste zin van het woord). De nieuwe-mediasector zou zich kunnen
aan bemoeien met de discussie over de toekomst van het werk. Dat kan de
discussie zijn over het basisinkomen, de 30- of 35-urige werkweek of de
inrichting van de welvaartsstaat, of wat daar nog van over is. Of neem de
mythe van de volledige werkgelegenheid. Het is een realiteit dat in de
Europese Unie de werkeloosheid 10% is, en dit getal zeker niet zal
afnemen. Moet er een herverdeling van het werk komen? Een afbouw van
overuren? Hoe kan er vanuit de nieuwe-mediasector een aanval geopend
worden op het huidige arbeidsethos? Bevrijdt de computer ons van het werk,
zoals vroeger vaak gezegd werd? Dat is een lachertje. De mensen in de
IT-sector werken zich eerder dood, geheel in de lijn van het
calvinistische poldermodel. De computernetwerken hebben echter geen
sociale architektuur die God (of Gates) gegeven is. Dat bepalen wij zelf,
of tenminste, die vrijruimte kunnen we bevechten. Er kan worden gestaakt,
onderhandeld, alleen lijkt het er soms op dat we weer helemaal bij nul
moeten beginnen. Deze millennium-bug is nog niet verwijderd. Als we niet
oppassen valt het arbeidsbewustzijn wel terug naar 1 januari 1900, terwijl
de computers wel geupdate zijn.

Wat is de economie van het idealisme? Niet alleen de objectieve belangen
van netwerkende klasse, maar ook dromen, negatieve utopieen, alternatieve
modellen uit heden en verleden, die zich verre houden van de
consensus-maatschappij en zijn dictatuur van de goede bedoelingen, zoals
Calin Dan het noemt. We kunnen hierbij denken aan werkweigering en het
claimen van vrije tijd, het instellen van een jubeljaar, na zeven jaar
hard te hebben gewerkt, een jaartje wat anders doen (iets zien van de
wereld achter/naast het beeldscherm). We kunnen het gaan hebben over het
omzeilen van de electronische bewaking en het meten van de
arbeidsproductiviteit. Maar we kunnen ook denken aan andere
bedrijfsvormen. Niet alles hoeft een BV of een NV te zijn met een baas aan
de top die het voor het zeggen heeft. We hoeven niet direkt te denken aan
de basisdemokratische kollektieven uit de jaren zeventig en tachtig... het
kan ook de vorm aannemen van de vrije associatie van programmeurs,
designers, en organisatietalenten. En waar blijft het noppes systeem voor
software? De local exchange and trade systemen (LETs) houden zich nu
voornamelijk bezig met uitwisselen van waardebonnen voor het doen van
boodschappen, timmeren en gordijnen naaien. De ekonomie van de gift is al
zo oud als software zelf, maar heeft zich naar mijn weten nog niet buiten
zijn eigen (virtuele) terrein begeven. Waar is de Oscar voor Netkritiek?
Wat voor fondsen zijn er buiten de kunst en het academisch onderwijs? Wie
schrijft de Europese prijs voor Open Source Software uit? Genoeg plannen
voor de Internet Idealist in de Wereld na Wired.

(met dank aan Mieke Gerritzen en Arjen Mulder)


--
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet toegestaan zonder
* toestemming. <nettime-nl> is een gesloten en gemodereerde mailinglist
* over net-kritiek. Meer info: list@dds.nl met 'info nettime-nl' in de
* tekst v/d email. Archief: http://www.factory.org/nettime-nl. Contact:
* nettime-nl-owner@dds.nl. Int. editie: http://www.desk.nl/~nettime.