Geert Lovink on Wed, 6 Oct 2010 10:22:26 +0200 (CEST)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] fyi: Rop in VN van deze week


http://www.vn.nl/Archief/Media/Artikel-Media/Kill-your-darlings.htm


Kill your darlings
Door Maurits Martijn
Als tegeltje hangt het stevig vastgeschroefd in elk redactielokaal en het bungelt voortdurend als harde realiteit boven het hoofd van de journalist. Kill your darlings.

Voor een artikel verzamel je een berg informatie en daar maak je uiteindelijk een selectie van. Je componeert je verhaal uit die deeltjes die in jouw ogen het onderwerp het meest recht doen. Dat kan je goed, schijnt, dat is je werk, je taak.

Maar een artikel is óók altijd het resultaat van het weglaten van informatie. En dat kan wel eens pijn doen. Dat leuke feitje dat niet binnen de lijn van je verhaal past; het prachtige citaat dat net niet aansluit bij het vorige; die passage die schitterend geschreven, maar eigenlijk overbodig is. Bij het maken van een artikel – een interview, een reportage, een reconstructie - sneuvelt altijd wel iets dierbaars.

Deze week staat een verhaal over hacker, internetpionier en visionair Rop Gonggrijp in de papieren Vrij Nederland. Ik heb verschillende gesprekken met hem gevoerd en alleen de transcripten daarvan beslaan al dertienduizend woorden. De ruimte om Gonggrijp aan het woord te laten is beperkt: het gaat hier om een portret en niet om een interview. Veel van de interessante verhalen die hij vertelde heb ik niet of in uitgeklede vorm kunnen gebruiken. Het uiteindelijke stuk telt vierduizend woorden. Dat is relatief veel, en toch veel te weinig om hem en zijn ideeën helemaal recht te doen.

Zou ik twintig jaar geleden journalist zijn geweest, dan was een eeuwig bestaan in de archiefkast of een snelle dood via de shredder het lot van deze overgebleven passages. Maar nu schijnt er zoiets als het internet te bestaan. En daar gelden geen regels, althans, niet wat het aantal pagina’s en woorden betreft. Daar heeft de journalist de mogelijkheid om zijn lievelingen wél te plaatsten. Bij dezen.

--

Rop Gonggrijp: extra thema's
Goede bedoelingen
‘Wij zijn in Nederland toe aan een grote discussie over goede bedoelingen. Veel beleid wordt gemaakt met goede bedoelingen, maar daar kun je een land helemaal kapot mee maken. Er zal ongetwijfeld ergens in Nederland een kind van een tweeënhalve meter hoge glijbaan vallen. Dat kind valt dan precies op zijn hoofd en er gebeurt iets ernstigs mee. Hoe reageren wij daarop? Door hoge glijbanen te verbieden. Dat scheelt een paar doden per jaar. Straks krijgen we hier de discussie over kinderen met helmpjes op de fiets. Daarna de discussie over volwassen met helmpjes op de fiets. Ja, en is achteropzitten eigenlijk ook niet onveilig? Je zou ook kunnen zeggen dat de trappen op stations onveilig zijn omdat er geen leuningen tussen zitten. Laten we overal leuningen inzetten, alle speeltuinen van rubberen tegels en overdekte glijbaantjes voorzien.

Voor al dat goede-bedoelingen-beleid is het nodig dat we steeds nauwkeuriger weten wat er in de samenleving allemaal gebeurt. Dat we weten wie, wat, waar, hoe. Met meer data kun je preciezer ingrijpen en dus meer van dat soort “goede” dingen doen. En als we iets nog niet helemaal zeker weten, zou het zomaar kunnen dat de overheid taken laat liggen, toch?

Ik denk dat je daar heel fundamentele vraagtekens bij moet zetten. In hoeverre wil je de staat zien als vervangouders, niet alleen van kinderen, maar van ons allemaal? In hoeverre wil je de staat kunnen aanspreken op alles wat misgaat? Is dat een taak van de staat? Waar houdt het dan op? Waar het ophoudt, is dat wij allemaal in een veilig coconnetje zitten en alleen nog maar steriele dingen aangereikt krijgen.’

Privacy
‘Het was een beetje mijn levenswerk om te zeggen dat de staat niet te veel macht moest krijgen en de overheid niet alles moest kunnen zien. Tevergeefs. In Nederland is de mores dat de overheid juist wel alles mag weten. Achter de voordeur mag kijken, kentekens mag vastleggen, pro-actief mag opsporen – noem het modewoord van het jaar maar op. Het gaat hier allemaal om meer zien, meer weten, meer leren, meer kijken.

Ik spreek leerkrachten die niet meer aan onderwijs geven toekomen omdat ze moeten registreren als een soort door de overheid geplaatste spionnen. Ze zijn continu bezig met hulpverlening. Dat is bizar en typisch Nederlands. De gedachte dat we de wereld kunnen verbeteren door alles vast te leggen is niet uit te roeien.

Het gekke is dat er geen ideaal achter zit, zoals de verheffing van het volk of zo. Wij hebben er niet eens mooie gedachten bij. We moeten het allemaal weten want dan kunnen we de criminaliteit beter bestrijden. Gewoon omdat het kan, doen we dat.

Wat het allemaal nog zorgwekkender maakt, is dat er hier geen parlementsmeerderheid is om terug te roepen wat we allemaal over ons af hebben geroepen. Er is een klein beetje D66 en GroenLinks dat nog wel eens iets roept over privacy, maar dat daar een meerderheid achter gaat staan is volkomen onrealistisch; er zijn eerder parlementsmeerderheden denkbaar die het allemaal nog erger gaan maken. Het heeft geen zin het gevecht in Nederland te strijden.

Mensen zeggen wel eens “waar maak je je druk over? We hebben toch niets te verbergen?” Ik maak me druk omdat ik de kracht van data mining zie, weet wat je allemaal kunt met grote hoeveelheid gegevens. Al het mobiele verkeer zit hier bijvoorbeeld in databases. Als ik die database heb, dan kan ik zien wie met wie belt en sms’t. Vervolgens laat ik daar een slim programmaatje op los zodat ik patronen kan ontdekken. Om te beginnen heb ik dan alle geheime affaires van Nederland in mijn database. Maar ik kan ook zien dat een bepaald contract al voorgestoomd is of wie er wel en wie er niet bij de formatiebesprekingen is uitgenodigd. Wie die database in handen krijgt heeft de macht in dit land in handen. Dat is iets om je zorgen over te maken.”

De Nederlandse volksaard
‘Nergens is de tiplijn zo populair als hier. Dat heeft een betekenis. Nergens in de wereld zijn zoveel Joden omgekomen in de Tweede Wereldoorlog als in Amsterdam. Dat kwam niet omdat de Duitsers van Amsterdam een speciaal project maakten, integendeel. Wij waren een efficiënt volk in het uitleveren van onze Joden en die efficiency is niet van de ene op de andere dag verdwenen. Dat zit in ons. Wij zijn een naargeestig volk.

De PVV wil etnische registratie invoeren. Dan zou je kunnen zeggen: luister eens, daar hebben we al wel eens honderdduizend doden van gehad. Is dat wel een goed idee? Maar tegenwoordig mag je de Tweede Wereldoorlog als geen enkel argument voor wat dan ook gebruiken. Dat is in zekere zin redelijk, maar niet als het gaat over fundamentele zaken die uitstekend op beide tijdperken van toepassing zijn.’

De Nederlandse democratie
‘Wij hebben in Nederland geen Grondwet die zich laat verdedigen. Wij hebben geen Grondwettelijk Hof. Als je als burger denkt: luister eens, hier worden wetten gemaakt die tegen mijn grondrechten indruisen, dan kun je nergens heen.

Sinds Thorbecke zien wij het parlement als de grootste hoeder van de grondwet. Dat betekent dat je aan de waan van de dag bent overgeleverd. Dat je zonder enorme volksbewegingen, of een meerderheid in het parlement, feitelijk zonder invloed staat. Je kunt op deelgebieden wel proberen je invloed aan te wenden, je kunt op kleine thema’s wel overwinningen boeken, maar daar houdt het op. Vragen als: zijn er grenzen aan de hang naar veiligheid? Zijn er grenzen aan wat een staat van zijn burgers mag weten? Waar begint de persoonlijke levenssfeer en welke grenzen zijn absoluut? Met dat soort vragen kunnen wij ons niet bemoeien.

In Duitsland kan dat wel. Daar zie je bijvoorbeeld dat het Grondwettelijk Hof de bewaarplicht zoals die door de EU is voorgesteld heeft afgekeurd. Zomaar kentekens registreren van iedereen die langsrijdt, mag ook niet. Stemcomputers zijn vernietigd. Die wetten zijn door het grondwettelijk hof doorgestreept en daardoor ontstaat ook voor de politiek een soort duidelijkheid: die kant kunnen we helemaal niet op. Die weg is afgesneden omdat de overheid merkt dat zij daar de bevolking tegenkomt. Met de bevolking bedoel ik: geen meerderheid maar een paar procent. Die kunnen machtig genoeg zijn.’

Veiligheid
‘De veiligheidsbeleving van de burger regeert Nederland. Objectieve veiligheid is een jaar of tien geleden losgelaten, want dat zegt niks over hoe veilig de burger zich voelt. Dan denk ik: dan is het probleem dus opgelost, maar nee, subjectieve veiligheid in de vorm van onveiligheidenquêtes is de maatstaf voor beleid.

Als ik ergens een veiligheidscamera zie, dan denk ik dat het wel nodig zal zijn. Hier is het blijkbaar agressief en crimineel. Maar dan denk ik later: nee, dat is niet waar, dit is een gemoedelijke plek. Er zijn steeds minder mensen die zich dat kunnen herinneren. Ik ben bang dat de mensen die weten hoe dit land was langzaam uitsterven en dat straks het hele land leeft in een criminaliteitspsychose. Dat je het gevoel hebt dat je in Beiroet 1980 woont.

Het heeft alles met de vergrijzing te maken. Als wijken ouder worden, dan ziet de gemeente onder haar bewoners de behoefte groeien om de bosjes te kappen, de zaken overzichtelijker te maken, te zorgen voor betere straatverlichting. Waarom? Omdat mensen steeds vaker thuis zitten en zich op straat niet meer zo sterk voelen. In een gelijkblijvende omgeving zijn ouderen kwetsbaarder en angstiger. Eigenlijk is het dus een heel logische ontwikkeling, dat bij een gelijkblijvend criminaliteitsniveau en een vergrijzende bevolking, een veel groter onveiligheidsgevoel ontstaat. In plaats van daar rekening mee te houden, wordt het een maatstaf voor beleid. En dan heb je dus een probleem, want repressie is het gevolg.’

Amsterdam
‘Ik heb erg van Amsterdam gehouden als ongeregelde puinhoop, de tijd van de kraakpanden en de bandjes die op een mooie dag versterkt stonden te spelen bij het Centraal Station. Het door elkaar lopen van een normaal functionerende stad en een zootje ongeregeld. Niet iedereen had een baan dus, nou, dan maar niet. In Berlijn zie je dat nog steeds. Daar heeft niet iedereen werk, maar ze besluiten er daar toch gewoon een vrolijke boel van te maken. Daar heerst de gedachte dat de stad ook leeft met mensen die geen baan hebben en dat de mensen die niet naar kantoor gaan ook belangrijk zijn. Berlijn is failliet. Dat is een belangrijke component in die stad. Je zou daar in een heel verarmde cultuur leven als je alleen maar mensen zou spreken die wel een baan hebben. Hier is dat de norm. Alles wat niet geregeld is, is weggeduwd. Wij willen liever Londen zijn dan Berlijn. Londen is de stad van de aangeharkte parkjes.

Van mijn dertiende tot mijn achttiende, de jaren tachtig, was Amsterdam echt een puinhoop. Junks, hondenpoep. Het was een beetje uit de hand gelopen. Ik zou in die tijd als centrumbewoner met kinderen niet zo’n lol hebben gehad. Dat was vast niet leuk.

Ik vond het toen toch een hele prettige, vrolijke stad. Alles liep door elkaar heen. Duur, goedkoop, gek, normaal. Voor iemand van 20 is dat een prettige omgeving. Mensen van 20 van nu leven in een veel verarmdere stad.

Er had best iets van mogen blijven, van dat vrolijke en het onbekommerde. Ik zie geen enkele reden waarom er geen bandjes bij het CS mogen spelen. Op een zomerse dag was dat gewoon een heel gezellig plein. Er was een ijscoman. De punks en kantooryuppen zaten door elkaar heen en swingden lekker mee met de band. Dat was toen heel normaal. Waarom mag dat niet meer? Alsof de buren er last van hebben.’



______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).