Geert Lovink on Fri, 5 Jun 2015 13:17:41 +0200 (CEST)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] 25 jaar internet in Nederland: leren van de internetpioniers


(bij hoge uitzondering iets van Emerce op nettime-nl! /geert)

http://www.emerce.nl/achtergrond/genieten-leren-internetpioniers

25 jaar internet in Nederland: leren van de internetpioniers

Door Peter Olsthoorn

Nerds waren het veelal, de Nederlandse mannen die internet naar Europa brachten. Maar betrouwbare nerds, voor wie geld nooit de drijfveer was. Dat maakt de vele verhalen in het boek â25 jaar internet in Nederlandâ behalve aangenaam en vermakelijk ook leerzaam.

Startups, startups en nog eens startups; dat wordt hedentendage gepresenteerd als de heilige graal van economische groei. Waar het om gaat, in welke vorm ook: pionieren, durven, je nieuwsgierigheid volgen: en dat dag en nacht, onvermoeibaar, rusteloos. En gericht op nieuwe technologie vinden en toepassen om jezelf en anderen blij mee te maken. Die eigenschappen en dat streven vinden we terug bij Teus Hagen, Ted Lindgreen, Erik Huizer, Piet Beertema, Rob Blokzijl, Kees Neggers, Erik-Jan Bos Daniel Karrenberg, Eric Luiijf en Steven Pemberton.

Namen van Nederlandse internetpioniers die dertig jaar geleden datanetwerken als belangrijkste hobby en drijfveer hadden. Ze stonden voor het geslaagde huwelijk van technologie en wetenschap. Dat lag ten grondslag aan de voortrekkersrol van Nederland met de verbreiding van het internet in Europa in de periode 1980-2013. Ja, 1980, want officieel kwam internet via Amsterdam naar Europa in 1988, maar de voorgeschiedenis begon zoân zeven jaar eerder.

Net als de Amerikaanse ontdekking van internet het opzettend en toevallig samenbrengen van vele stukjes techniek behelsde, was de Europese verspreiding vanuit Amsterdam een nauwelijks te ontwarren kluwen van intenties en geluk. Hier werd veel geknutseld en uitgedokterd voor Europese verbindingen, de fundamentele vindingen kwamen uit de VS.

Toch vond hier dankzij krachtig pionierschap wel netwerkinnovatie plaats. Gedurende de hele periode 1982-1992 was een stel Nederlanders heftig aan het stoeien met datacommunicatie.

Stoeien met technologie

Gevolgd door mannen en vrouwen als Felipe Rodriquez, Rop Gonggrijp en Cor Bosman van Xs4all, Marleen Stikker en vele initiatiefnemers in De Digitale Stad, Bruno Felix bij de Vpro, Simon Cavendish en Arko van Brakel met Euronet, Michiel Frackers met Planet, Con Zwinkels en Laurens Rosenthal met Leaseweb.

Hun boeiende herinneringen zijn opgetekend en van schitterende fotografie van Frank Groeliken voorzien in het boek 25 jaar internet in Nederland. Ze strekken ten voorbeeld aan iedereen die positief in de weer wil gaan met technologie. Want dat is dit boek vooral: een ode aan de nerds, de onvermoeibare technici zonder wie de praatjesmakers en kletsmajoors geen meter verder komen.

Zeker zo boeiend als van de âeerste generatieâ internetpioniers zijn ook de nimmer opgetekende verhalen van de geboorte de twee grootste Nederlandse websuccessen: Marktplaats met Rene van Mullem, Robin Schuil en van Booking.com met Geert-jan Bruinsma. Ook Manuel Kohnstamm, âmr UPCâ, vertelt in het boek voor het eerst over zijn kabelgeschiedenis.

Of neem de avontuurlijke verhalen over Lost Boys â zoals met Big Brother â en Boris Veldhuijzen van Zanten, plus de verrassende opkomst van Rabobank als jarenlange mondiale voorloper in internetbankieren.

Ondernemerschap dat al spoedig overging in een periode van enorme euforie oftewel hype gevoed door banken en investeerders. Waarover niemand zo bloemrijk kan verhalen als Bob Stumpel. Geholpen door de herinneringen van Ron van Kemenade over KPN, Maurice de Hond over Newconomy en natuurlijk de malle belevenissen over âgratis internetâ met Freeler en Zonnet. Zij weten het verhaal te vertellen hoe ondernemers in fata morganaâs gingen geloven, met World Online als ultieme voorbeeld.

Hoe moeizaam het strategisch was voor uitgevers van PCM (nu Persgroep), Telegraaf en Sanoma brengen Ren de Vree en Michiel Buitelaar treffend over het voetlicht. De krantenuitgevers stapelden de ene mislukking op de andere. Sanoma scoorde weliswaar met Startpagina en Nu.nl, maar bij de bladen overheerste de liefde voor papier.

Rode draad: spanningsvelden

Is er nu ook een lijn te ontdekken in al die persoonlijke verhalen in 25 jaar internet in Nederland? Jazeker! Telkens is er sprake van twee spanningsvelden die nauw samenhangen.

Ten eerste de persoonlijke keuzes: zetten ze zich in voor âde goede zaakâ en offeren ze hun eigen belang op? Voeren hun enthousiasme, nieuwsgierigheid en liefde voor technologie de boventoon of hebzucht, ijdelheid en andere kwellende ondeugden?

Fraai aan deze geschiedenis is dat velen in deze reeks de financiÃle en marketinghype van internet rond de eeuwwisseling negeerden. Al hadden juist zij de waanzinnige waardevermeerdering van de hebzuchtigen met hun noeste opbouw van techniek mogelijk gemaakt.

Zij zagen, broodnuchter vanuit de techniek redenerend, dat er een zeepbel ontstond. Maar ze gingen onverstoorbaar verder, bijvoorbeeld met de oprichting en groei van Amsterdam Internet Exchange vanuit een vereniging en de alsmaar nieuwe toppen van Surfnet.

Deze tegenstelling hangt samen met het andere, grotere spanningsveld dat de jonge geschiedenis van internet kenmerkte: dat tussen vrij onderzoek en bouwen, sturing door overheden en commerciÃle druk.

Internet ontstond vanuit de wetenschap â met als doel de wereld te verbeteren. Heel veel vrijwillige inzet â zowel binnen als buiten onderzoeksprogrammaâs en instellingen â plaveide de weg voor internet zoals we dat vandaag kennen.

Dat stond meer dan eens op gespannen voet met de wens van overheden om greep te krijgen op de netwerkbouw. In Europa was dat het meest evident met pogingen uit Brussel en Den Haag om sturing te geven met vereiste technische normen. De bureaucraten verloren het pleit gelukkig van eigenzinnige technici.

Technici die vervolgens te maken te maken kregen met druk uit de markt. Vooral het verschil tussen de periode van de âaartsvaders van internetâ en de euforische jaren negentig toont de kwetsbare verhouding tussen publiek en privaat domein.

Innovatie kan in het publieke domein onbaatzuchtig beginnen. Volhouden vanuit publiek ondernemerschap is om verschillende redenen moeilijk: noodzakelijke harde aanpassing aan de markt, exploitatie met risicoâs, zwak collectief beheer en/of prevalerende individuele belangen.

Daarmee hadden in de jaren negentig EUnet en NLnet te kampen, maar ook Xs4all en De Digitale Stad. Terwijl de genoemde âaartsvadersâ juist hun leven lang vasthielden aan het genot van het bouwen van technische vooruitgang.

De schijnwerper op dit krachtenveld is geen definitieve geschiedenis, maar een aanzet tot discussie die ook anno 2015 en in de toekomst blijft woeden over de vraag: hoe innoveren we, met plezier en met nut voor de hele samenleving tot gevolg?

In ieder geval door onvermoede wegen in te slaan. Dat deed Fast Moving Targets, een partij waar het begrip âdode bomenâ makkelijk viel maar die de meerwaarde van print inziet, juist als het om internetgeschiedenis gaat.
______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).